Blog Layout

"Ik hou niet van mensen met een gebruiksaanwijzing..."

natalie • 8 oktober 2019
Precies deze woorden kreeg een ervaringswerker binnen de PG een keer te horen van een collega. Dit lijkt op een keiharde afwijzing van een collega. Het is zoiets als zeggen "Jij hebt een gebruiksaanwijzing en daar hou ik niet van". De vraag is hier wie nu eigenlijk de grootste gebruiksaanwijzing heeft... want hoe zit het dan met je inlevingsvermogen? je begrip voor een ander? de mate waarin je oordeelvrij naar iemand kijkt? maar vooral; met je zelfreflectie? 
Iedereen die kinderen heeft, weet dat elk kind zijn eigen gebruiksaanwijzing heeft. Elk kind zit anders in elkaar en heeft iets anders nodig. Dan is het vooral erg handig als je de gebruiksaanwijzing van je kind leert kennen! Ditzelfde geldt voor de gebruiksaanwijzing van volwassenen. Want zeg nou eerlijk, iedereen heeft toch een gebruiksaanwijzing? De ene is misschien wat ingewikkelder dan de ander, maar toch...
Ik vroeg mij af wat hij nu met deze opmerking bedoeld zou hebben. Hier kan ik alleen maar naar gissen. Het lijkt alsof hij het zelf lastig vindt om met iemand om te gaan die heel anders is in zijn gedrag of de manier waarop hij communiceert, dan hijzelf. Of ... is er iets anders aan de hand?
Dit deed me ook denken aan wat ik laatst op het schoolplein zag gebeuren. Het ene kind zei recht in het gezicht van een ander kind; "Ik wil niet met jou spelen, want ik vind jou stom". Ik was benieuwd hoe ze hierop zou reageren. Even was ze stil, en het leek of ze verongelijkt weg zou lopen, maar nee hoor, ze zei heel triomfantelijk; "Wat je zegt, ben je lekker zelf!" En daar kon hij het mee doen... Ik moest stilletjes in mezelf lachen om dit tafereeltje, want ik vond het een geweldig antwoord van een meisje van 7!  
Ook Byron Katie maakt in haar boek 'The Work' van dit principe gebruik: het omkeren van dat wat je zegt of denkt over een ander. Na een periode van een zware depressie ontdekte ze dat ze leed wanneer ze haar gedachten geloofde, en niet leed wanneer ze haar gedachten niet geloofde. Wat de oorzaak was van haar depressie, lag niet in de wereld om haar heen, maar in wat zij geloofde over de wereld om haar heen. In een flits van inzicht zag ze dat onze poging om geluk te vinden omgekeerd werkte—in plaats van hopeloos te proberen de wereld aan te passen aan onze gedachten over hoe het 'zou moeten' zijn, kunnen we deze gedachten onderzoeken. En door de realiteit te aanvaarden zoals deze is, kunnen we een onvoorstelbare vrijheid en vreugde ervaren. 
Zij legt in haar boek uit dat alles wat je over een ander zegt, eigenlijk iets over jezelf zegt. Als je bijvoorbeeld boos bent op iemand anders, dan zegt dat alles over jezelf. Schrijf op wat je de ander verwijt, vraag jezelf af of het (werkelijk) waar is en keer het om. Als je vervolgens de moeite neemt om je eigen gedachten en oordelen over jezelf te onderzoeken, dán neem je je eigen regie weer in handen. Dan hoef je ook geen slachtoffer meer te zijn van welke situatie dan ook. Dat noem ik groeien. 
Als er tegen je gezegd wordt: "Ik hou niet van mensen met een gebruiksaanwijzing", dan is het voor jezelf leerzaam om te kijken wat dit met je doet. Je kunt zelf kiezen hoe je hierop reageert en of je het persoonlijk aantrekt of dat je het bij de ander kan laten. Als je zelf zegt "Ik hou niet van mensen met een gebruiksaanwijzing" en je keert dit om, dan zeg je dus eigenlijk: Ik hou niet van mezelf... hmmm, hier is werk aan de winkel lijkt me...
Natalie Wensveen, ervaringsdeskundige, coördinator HOZ en ervaringsdeskundigheid PsyQ, kwaliteitsfunctionaris, lid van het OOKK (Open Over Kwetsbaarheid en Kracht) team

door natalie 9 oktober 2019
Word jij ook wel eens GEK van alle wachtwoorden die je steeds opnieuw in moet vullen? Tip: Maak het nuttig door er een POSITIEVE AFFIRMATIE van te maken! Een positieve affirmatie is een hulpzinnetje die jou helpt om iets te bereiken wat je wilt. Letterlijk betekent het bevestiging of bekrachtiging. Als je iets maar vaak genoeg herhaalt, dan ga je er op een gegeven moment vanzelf in geloven. Het is wel belangrijk dat het POSITIEF geformuleerd is, vanuit de IK vorm geschreven. Gebruik de woorden ‘Ik ben’ of “Ik heb’, alsof het nu al zo is. Dus niet: ik wil niet meer ongeduldig zijn of ik heb geen onrust meer in mijn lijf. Maar wel: Ik ben geduldig of ik heb rust in mijn lijf. Zo kun je je hersenen een beetje fokken, want ze gaan geloven wat ze vaak zien of horen. “Maar als ik dit nu lees, dan geloof ik het niet.” Dit zei een cursist eens uit mijn herstelgroep. Ze voelde zich op dat moment niet zo gelukkig, dus de zin ‘Ik ben gelukkig’, klopte niet voor haar gevoel. In dat geval kun je zoeken naar een formulering die voor nu iets makkelijker aan te nemen is: bv. Ik ben elke dag wat vaker gelukkig. Of ik heb steeds meer geluksmomenten. Bepaal dus eerst wat jij nodig hebt of waar je meer van wilt. Als je bijvoorbeeld wilt leren om geduldiger te zijn, kun je als hulpzinnetje gebruiken: ‘ik ben geduldig’. Of als tussenvorm: Ik heb steeds iets meer geduld. Als je een affirmatie als wachtwoord wilt gebruiken, is het wel zo handig om een korte zin te nemen in combinatie met cijfers en tekens. Bijvoorbeeld: Ikbentevreden1! Of: Ikbengoedbezig1974! Zo wordt het invullen van wachtwoorden leuk en zinvol!
door natalie 9 oktober 2019
Vorig jaar nam ik deel aan een congres waar een psychiater de dagvoorzitter was. Wat mij opviel, nadat ik hem een paar keer had horen spreken, was dat hij over zichzelf praatte in de tweede persoon; ‘…dan doe je...’. Deze manier van spreken suggereert een afstand tussen de verteller en het onderwerp. Iemand die over zichzelf in de ‘je vorm’ praat, staat verder van zijn gevoel af. Zo heb ik inmiddels geleerd tijdens mijn psychologie opleiding. Iedereen doet het wel eens, het is iets heel menselijks. Zelf ben ik hier ook regelmatig op gewezen door anderen. Daardoor werd ik me er bewust van. Zou deze psychiater zich hiervan bewust zijn? Tenslotte is hij ook maar gewoon een mens. Met kwaliteiten én blinde vlekken. Met sterke én kwetsbare kanten… Het is me vaker opgevallen dat psychiaters, maar ook andere mensen in hoge posities, meestal vrij makkelijk een presentatie of goed verhaal kunnen houden. Zolang het maar niet over henzelf gaat… Dan is het ineens niet meer zo makkelijk. Misschien zelfs wel eng. Jezelf kwetsbaar opstellen, kom op zeg. Waarom zou ik? Terwijl we dit wél van onze patiënten verwachten….De algehele concensus is dat een leidinggevende geen kwetsbaarheid mag tonen omdat hij dan geen goede leider zou zijn. En de leidinggevende neemt dan de rol aan van de sterke onkwetsbare leider. Dat open zijn over je eigen kwetsbare kanten nog best lastig is, werd mij heel duidelijk toen ik een presentatie hield over herstel en ervaringsdeskundigheid voor een groep managers en directeuren. Hier zaten ook diverse hulpverleners (waaronder psychiaters) tussen. Zelf vertelde ik hier voor het eerst dat ik ooit manisch-psychotische symptomen heb gehad. Na mijn vraag wie er nog meer ooit zelf te maken had gehad met een psychische aandoening, werd het helemaal stil... Bij een groep van 60 mensen kan dat statistisch gezien niet kloppen. Na enige aarzeling gingen er toch 2 vingers omhoog. Een van hen kwam later naar me toe en zei “Ik ben blij dat je mij niets vroeg..”. Voor haar was het duidelijk nog te ‘vers’. Dat iemand open kan én durft te zijn, heeft alles te maken met zijn of haar eigen herstelproces. Daarbij speelt veiligheid een belangrijke rol. In een grote groep is het over het algemeen wat onveiliger om iets persoonlijks te vertellen. Dat kan alleen als je genoeg hersteld bent en je voorbij de schaamte bent. Want dat schaamte een rol speelt, staat voor mij vast. De rol aannenemen waarva je denkt dat in de organisatie of functie gevraagd wordt.Mijn indruk is dat hulpverleners die zelf te maken krijgen met psychische problemen, enorm worstelen met schaamte. Misschien wel juist omdat ze hulpverlener zijn. Alsof je dan nooit kwetsbaar bent… Daarnaast speelt angst een rol. Onlangs sprak ik een hulpverlener die training geeft aan mensen met een eetstoornis. Zij vertelde dat haar collega’s niet weten dat ze zelf in het verleden met deze problematiek heeft geworsteld. Wat houdt je tegen? Vroeg ik haar. “Ik ben bang dat ze me dan niet meer geschikt vinden om dit werk te doen…” Ik denk dat juist dat dit een meerwaarde biedt voor haar werk. Mits ze zelf voldoende hersteld is en haar eigen ervaring functioneel weet in te zetten. Ik ben met haar hierover in gesprek gegaan. Over hoe ze hier zelf in staat en wat het voor haar makkelijker zou maken om het bespreekbaar te maken. Hulpverleners die worstelen met hun eigen ervaringen. Dit is wat ik vaker tegenkom in mijn werk als ambassadeur van het OOKK team (Open Over Kwetsbaarheid en Kracht) binnen een GGZ instelling. Het helpt om het onderwerp bespreekbaar te maken, zodat taboes hierover kleiner worden. Onze missie is zoveel mogelijk collega’s bewust te maken van hun eigen kwetsbaarheid en kracht. De uitdaging is een open cultuur te creëren waarin een ieder veiligheid ervaart om zoveel mogelijk zichzelf te zijn. Ik wil psychiaters uitnodigen om met andere ogen naar zichzelf én naar hun patiënt te kijken. Iedereen kan morgen zomaar ‘patiënt’ zijn. Ook jij. Sterker nog, iedereen is wel eens patiënt geweest. Of kom je nooit bij de huisarts? De zogenaamde scheidslijn tussen patiënt en hulpverlener is flinterdun. We hebben allemaal kwetsbaarheid én kracht in ons. Natalie Wensveen, ambassadeur OOKK team, kartrekker herstel en ervaringsdeskundigheid, psycholoog i.o.
Share by: